Feline panleukopenie (kattenziekte)

Feline panleukopenie (kattenziekte)

“Is jouw kat gevaccineerd? Als dat niet zo is, loopt je huisdier het risico de kattenziekte op te lopen. De ziekte is namelijk opgedoken in Harderwijk en Ermelo. Niet-gevaccineerde katten kunnen er binnen 24 uur aan overlijden.” (RTL nieuws, 6 augustus 2020)

Een nieuwsbericht als het bovenstaande komen we regelmatig tegen. Eens in de zoveel tijd is er een regionale uitbraak van de kattenziekte. Het gaat hierbij vooral om kittens, omdat die nog niet gevaccineerd zijn. Als je veel katten bij elkaar hebt die niet gevaccineerd zijn, krijg je een uitbraak. Vaak brengen besmette zwerfkatten de ziekte binnen in een asiel.

Feline panleukopenie, ook feline infectieuze enteritis of kattenziekte genoemd, wordt veroorzaakt door een parvovirus. Dit is een zeer besmettelijk virus dat fatale gevolgen kan hebben, vooral bij jonge katten die niet zijn gevaccineerd, zoals eerder aangegeven. Symptomen zijn braken, diarree (vaak met bloed), koorts, verminderde eetlust en sloomheid.

Besmetting met kattenziekte
De besmetting kan plaatsvinden door contact met ontlasting die het virus bevat. Als eigenaar kan u het virus onder uw schoenen mee naar binnen nemen, dus binnenkatten kunnen de ziekte ook krijgen. Wanneer een kat besmet wordt tijdens de dracht, kan het virus schade veroorzaken aan de hersenen van de kittens, dit wordt cerebellaire hypoplasie genoemd. Kittens die de dracht overleven worden door coördinatieproblemen ernstig gehandicapt geboren. 

Diagnose
De waarschijnlijkheidsdiagnose kan door de dierenarts worden gesteld met behulp van een positieve parvo sneltest van de ontlasting. De definitieve diagnose kan de dierenarts   stellen door bloed of ontlasting op te sturen naar een extern laboratorium. Als een kat is overleden worden er weefselmonsters van organen genomen om de diagnose te stellen.

Preventie
Vanwege de ernstige gevolgen van de ziekte is vaccinatie erg belangrijk. Omdat de ziekte zo besmettelijk is, is het belangrijk om zoveel mogelijk katten in een populatie te vaccineren om uitbraken te voorkomen. Niet elke moederpoes is voldoende goed gevaccineerd en daardoor krijgen niet alle kittens voldoende antistoffen binnen via de moedermelk. Dat is de reden dat kittens gevoeliger zijn voor de ziekte dan volwassen katten. De eerste vaccinatie wordt gegeven op 9 weken en deze wordt herhaald op 12 weken. Op 1 jaar wordt er een boostervaccinatie gegeven die vervolgens elke 3 jaar wordt herhaald. Oudere katten en katten met een aandoening zoals suikerziekte, een schildklier- of nierprobleem worden best goed gevaccineerd vanwege de verhoogde vatbaarheid voor ziektes.

2021 02 25 09 07 18 Kattenziekte en niesziekte Alleen lezen Word

Behandeling
Er is geen medicijn waarmee we kattenziekte kunnen genezen. Het lichaam moet het virus zelf overwinnen en alleen de symptomen kunnen worden behandeld. Of de kat kan genezen is afhankelijk van de ernst van de ziekte, de toestand van de kat en de kwaliteit van de zorg. In 90% van de gevallen overlijden de katten helaas aan de ziekte.

Als behandeling gebruiken we vloeistoftherapie (infuus), anti braakmiddelen, bloedtransfusies, dwangvoeding of sondevoeding en antibiotica tegen secundaire infecties.

Besmette dieren moeten minimaal twee weken in quarantaine en de omgeving moet herhaaldelijk worden schoongemaakt met chloor.

Niesziekte
Niesziekte is een van de meest voorkomende aandoeningen bij de kat. Het wordt veroorzaakt door het herpesvirus en het calicivirus die de luchtwegen aantasten en is net als kattenziekte erg besmettelijk. Er wordt vaak van het niesziektecomplex gesproken omdat meestal meerdere virussen een rol spelen. Omdat de weerstand minder is bij niesziekte komt er vaak ook een bacterie bij, bijvoorbeeld chlamidia.

Besmetting en symptomen
Net als bij kattenziekte zijn kittens extra gevoelig omdat hun weerstand nog niet zo hoog is. Vaak is de moederpoes niet goed gevaccineerd en krijgen de kittens al op enkele weken leeftijd symptomen. Wanneer dit niet op tijd wordt behandeld kan de niesziekte chronisch worden en opflakkeren in periodes van mindere weerstand. In erge gevallen raakt de neus van binnen ernstig beschadigd en houdt de kat blijvend ademhalingsproblemen. 

Katten worden voornamelijk besmet door andere katten maar de besmetting kan ook indirect gebeuren, bijvoorbeeld via mensen of voorwerpen. Daarom is herhaaldelijk vaccineren belangrijk. Katten met een kortere neus zoals perzen hebben een verhoogde kans op het krijgen van niesziekte. De symptomen kunnen beperkt blijven tot alleen niezen maar ook de ogen kunnen ontstoken raken. Daarnaast zien we vaak snot. Soms kunnen katten zelfs koorts krijgen en longontsteking. Bij calicivirus zien we ook zweren in de bek, waardoor ze niet meer willen eten en drinken. Bij dit virus kunnen de katten (meestal kittens) ook mank gaan lopen door ontsteking van meerdere gewrichten.

kat met niesziekte Een kitten met beschadigde ogen ten gevolge van niesziekte

Preventie
De eerste vaccinatie wordt gegeven op een leeftijd van 9 weken en herhaald op 12 weken. Op 1 jaar wordt er een boostervaccinatie gegeven die vervolgens elk jaar wordt herhaald. Een kat is niet volledig beschermd na vaccinatie en kan dus nog besmet worden. Echter geeft de besmetting dan meestal maar milde symptomen.

Behandeling
In het geval van niesziekte is er meer kans op bijkomende bacteriële infecties. Daarom wordt in de meeste gevallen antibiotica gegeven, vaak wordt doxycycline gebruikt. Daarbij werken oogzalven in de meeste gevallen goed, met bijvoorbeeld chlooramfenicol of gentamicine.

Om de ontsteking, pijn en zwelling af te remmen worden hier vaak ontstekingsremmers bijgegeven.

Neusdruppels (bv zoutoplossing) kunnen worden gebruikt maar deze zijn niet altijd makkelijk toe te dienen in de praktijk. Sommige katten kunnen hiervan erg in de stress raken en daardoor nog meer in ademnood komen.

Stomen kan helpen om het slijm los te laten komen. Vaak wordt geadviseerd om de kat in de badkamer te zetten tijdens of na het douchen.

Doordat de kat minder ruikt kan de eetlust verminderd zijn. Warm het eten eens op, zodat de kat meer behoefte krijgt om te eten. In erge gevallen moet er met een spuitje worden gedwangvoerd of een sonde worden geplaatst, om te zorgen dat de kat genoeg voeding binnenkrijgt. Soms is aanvullende vloeistoftherapie nodig in de vorm van een infuus.

Ondersteunende behandeling bij katten- en niesziekte

       L-lysine

L-lysine is een essentieel aminozuur dat wordt gebruikt voor de productie van essentiële lichaamseiwitten. Het lichaam kan dit eiwit niet zelf aanmaken en dus moet het via de voeding worden opgenomen.

bony l lysine plus 100 gr

L-lysine is belangrijk bij de aanmaak van antistoffen. Dit kan de weerstand verhogen en het zorgt ervoor dat herpesvirussen zich minder snel vermenigvuldigen. Bij mensen met een koortslip door het herpesvirus wordt L-lysine frequent ingezet. Katten maken dit aminozuur niet zelf aan. Bij katten met chronische niesziekte is het verstandig om bij beginnende klachten te starten met het supplement. Ook bij kattenziekte kan het ondersteunend werken. Het is een poeder wat we in water oplossen, en zo via een spuitje in de bek of over het voer toedienen. We geven het het beste op nuchtere maag, zo wordt L-lysine het best opgenomen.

In het supplement Bony L-lysine Plus van BonyFarma zijn onder andere magnesium en vitamine B6 toegevoegd, die zorgen voor een betere opname van L-lysine

       Bony Bio Compleet

Een goede darmgezondheid is een belangrijke basis voor de algemene gezondheid van honden en katten. Door de darmen zoveel mogelijk te ondersteunen kan de algemene weerstand worden verhoogd en wordt de kans op ziekte verminderd. Bony Bio Compleet ondersteunt de darmflora.

 bony bio compleet 50 ml

     •       Bony Bolectrol

Bony Bolectrol herstelt de vochtbelans na hevige inspanningen en na ziekte.

bony bonisol 250 ml 1 1

       Bony Bronchiron

Bony Bronchiron is een drank op basis van kruiden die kan worden gebruikt in die gevallen waarbij honden en katten problemen hebben met de slijmvliezen van de voorste luchtwegen.

bony bronchicron 200 ml 1