Vitaminen

vitaminesTijdens de studie (dier)geneeskunde leert iedere student dat het geven en voorschrijven van vitamines niet noodzakelijk is. Immers zegt men dan, als men goed en gevarieerd eet, dan krijgt het lichaam voldoende vitamines en mineralen binnen om een gebreksziekte te voorkomen. Toen dit 50 jaar geleden werd onderwezen als de enige waarheid  tijdens de studies, was het voedsel dan ook veel rijker aan vitamines en mineralen dan heden ten dage. Bijvoorbeeld waar een appel toen nog gauw 200 mg vitamine C bevat, valt nu te lezen dat men niet meer  veel verder komt dan 10-20 mg Vitamine C per appel. Dit geldt helaas  nagenoeg in de hele breedte van het fruit en voor veel vitamines en spoorelementen. De vlieger dat men voldoende vitamines en mineralen binnenkrijgt met onze huidige voedingsgewoonten, gaat dan ook lang niet altijd meer op.

Toch is de leerstof hetzelfde gebleven. Nog steeds wordt gesteld dat men voldoende vitamines binnenkrijgt als men gevarieerd eet. Net als de meeste (dieren)artsen die nu afstuderen was ik ook door deze ‘kennis’ destijds geïndoctrineerd. Toen ik ging werken bij een dierenarts die andere denkbeelden erop na hield en extra vitamines bij zieke dieren een must vond, dacht ik dan ook dat de man een beetje de goede weg kwijt was. Ik kwam er echter al snel achter dat zieke dieren wel degelijk baat hebben bij extra vitamines. Ik heb me in de loop der jaren dan ook grondig verdiept in deze materie en ben tot de conclusie moeten komen dat we met zijn allen toch wel enigszins dom worden gehouden. De artsen daarbij niet in het minste. Er is ooit door een commissie de minimale dosering aan vitamines vastgesteld waarbij geen gebreksziekten optraden bij mensen, zoals Beri- Beri, scheurbuik of Pernicieuze anaemie. Slimmeriken hebben deze minimale doseringen daarna heilig doen verklaren als de dosis die we slechts zouden hoeven binnen te krijgen om niet ziek te worden. De zgn. ADH. Nu is de minimale hoeveelheid die we aan vitamines binnen dienen te krijgen, iets totaal anders dan de optimale hoeveelheid. Zeg maar de ODH. Krachten die belang erbij hadden dat mensen vooral niet de optimale dosering aan vitamines binnen zouden krijgen, hebben vervolgens ervoor gezorgd dat er non-informatie werd verspreid, waarmee de bevolking de schrik werd aangejaagd dat men vergiftigingsverschijnselen zou kunnen krijgen bij hogere innamen van vitamines. Ook dat werd tijdens de studie erin geramd als de enige waarheid. Niet vreemd dus, dat een pas afgestudeerde arts niet alleen angst voor overdoseringen heeft, maar ook overtuigd is dat het gebruik van vitamines naar kwakzalverij ruikt. Dat laatste werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw in de VS duidelijk. Het bleek namelijk dat met een goede dosering aan vitamine B12 heel veel vage klachten verholpen konden worden door artsen. Massaal werd deze kennis onder artsen verspreid. en hun patiënten voeren er wel bij. De farmaceutische industrie zag een gevaar in de vorm van teruglopende verkopen aan symptoombestrijdende medicatie.  Duidelijk was dat het geven van hogere doseringen vitamine B12 totaal onschuldig was. De truc om erop te wijzen dat overdosering schadelijk zou zijn, werkte dus niet meer. De belanghebbenden bij het vooral niet innemen van optimale hoeveelheden vitamines gooiden het toen over een andere boeg en begonnen te roepen dat iedere arts die vitamine B12 voor schreef zonder dat er een diagnose gesteld was, duidelijk bezig was met kwakzalverij. Die zat. De hele goegemeente stopte acuut met het voorschrijven van deze vitamine, want een arts is nergens banger voor dan te worden uitgemaakt voor kwakzalver. De pijnstillers en andere symptoombestrijders van de gebreksziekten konden weer op het oude niveau worden ingezet en de farmaceutische industrie zag hun inkomsten weer terug op peil komen. Kom bij de farmaceutische industrie vooral niet aan zijn bronnen van inkomsten.

Het is dus ook voor vele belanghebbenden belangrijk dat er geen informatie wordt verspreid dat optimale doseringen van vitamines iets totaal anders is dan minimale doseringen ter voorkoming van gebreksziekten. Er wordt heel wat antireclame gemaakt tegen het gebruik van vitamines. Mensen kunnen dan ook rabiaat de stelling verdedigen dat extra vitamines nooit nodig zijn, zonder het naadje van de kous te kennen. Maar naast het maken van antireclame wordt er ook voor gezorgd dat de verkochte vitamine preparaten vrijwel nooit de optimale hoeveelheid bevatten. De verkochte preparaten hebben dan ook vaak helemaal geen effect. Komt een fabrikant toch op de markt met een optimaal product, dan loopt hij de kans dat er actie ondernomen wordt om de verkoop hiervan te frustreren. De gevestigde belangen worden goed verdedigd.

vitamines huisdierenVitamines, maar zeker ook spoorelementen spelen een belangrijke rol bij de enzymwerking in ons lichaam. Enzymen zijn stoffen die vaak een belangrijke rol spelen bij de stofwisseling van ons lichaam. En aangezien de ketting net zo sterk is als de zwakste schakel, is het gebrek aan bepaalde vitamines en spoorelementen dan ook van belang bij het niet goed functioneren van dergelijke processen. Nu heeft de natuur een aantal zijpaden ontwikkeld om te voorkomen dat er gelijk grote problemen zullen ontstaan. Maar toch zullen bij een langdurig en chronisch tekort de gevolgen van deze tekorten zich openbaren in een lichaam. Helaas, zou ik haast zeggen,  treedt dit zo traag op de voorgrond dat er, zeker door leken, niet gauw een verband wordt gelegd tussen de chronische suboptimale doseringen aan deze stoffen en de ontstane klachten. Wat doen we daarom in die gevallen? We nemen symptoombestrijdende tabletten of laten ons die door de artsen voorschrijven. De farmaceutische industrie vaart er wel bij.

Ja inderdaad. Ik schrijf graag uitgebalanceerde, krachtige vitaminepreparaten voor bij vage klachten. En wat blijkt? Veel van die klachten worden hierdoor aanzienlijk minder. De hond of kat vaart er wel bij en als het mee zit de eigenaar ook, want die hoeft geen kapitalen uit te geven aan allerlei overbodige onderzoeken.

 Let wel dat dit niet in de plaats komt van een goede diagnostiek. Maar in die gevallen waarbij geen sprake is van levensbedreigende klachten, kan het geen kwaad om ook het effect van het geven van uitgebalanceerde preparaten in de evaluatie mee te nemen. Dat er krachten in het veld zijn die dit graag kwakzalverij zouden willen noemen, laat ik  graag aan dit  soort figuren over. Ik noem het  liever no nonsens diergeneeskunde.