Dat honden op hun baasjes (gaan) lijken was al bekend. Recent onderzoek geeft hier echter een nieuwe dimensie aan.

Hiervoor hebben onderzoekers de menselijke darm – Microbioom - (de verzameling van bacteriën, virussen etc, die zich ophouden in de darmen) vergeleken met die van de hond.

Hiervoor bestudeerden ze 129 monsters van hondenontlasting. Zo werd er inzicht verkregen in de genen van het microbioom, wat vervolgens inzicht bood in de samenstelling van de darmbacteriën. Deze bacteriën spelen een belangrijke rol in het metabolisme van hun gastheer/vrouw, bijvoorbeeld door de verwerking van voedingsstoffen te beïnvloeden.

De onderzoekers vonden opmerkelijk veel overeenkomsten tussen de samenstelling bij mensen en honden. Veel meer dan tussen mensen en muizen of varkens (twee diersoorten waarnaar vaak wordt gerefereerd bij voedingsonderzoek). Het suggereert dat honden op een soortgelijke manier zullen reageren op veranderingen in hun dieet als mensen. Om deze hypothese verder te onderzoeken verdeelden de onderzoekers de honden in 2 gelijke groepen, waarvan er één een dieet hoog aan eiwit en één een dieet hoog aan koolhydraten kreeg voorgeschoteld. En inderdaad: de honden reageerden op een gelijke manier op deze diëten als mensen zouden doen.

De spijsvertering wordt ondersteund door alle bacteriën die in de darmen zitten. Dat zijn er wel honderdduizend miljard. Tien keer zoveel als alle lichaamscellen samen. Al die bacteriën samen vormen de darmflora of microbioom. Deze darmflora doet veel goed voor het lichaam. Zo zorgt het onder andere voor een goede stoelgang en een goed functionerend immuunsysteem.

Elk microbioom is net zo uniek als een vingerafdruk. Naar schatting zijn er meer dan 1000 verschillende soorten bacteriën aanwezig. Sommige komen tijdelijk in de darmen voor (transiënte soorten), terwijl andere de darmwand permanent kunnen kolonialiseren (residente soorten). Door deze grote variatie aan bacteriën is de darm normaal gesproken in balans. Door verschillende oorzaken kan de microbioom uit balans raken, ook wel dysbiose genoemd. Bijvoorbeeld door het gebruik van medicatie, denk aan antibiotica, maar daarnaast kunnen voeding en leeftijd ook belangrijke factoren zijn.  

Slechte bacteriën kunnen ziektes vooroorzaken. Maar goede bacteriën zijn juist essentieel om gezond te blijven. Zo zorgen goede bacteriën in de darmen dat slechte bacteriën niet meer kunnen groeien. Goede voeding kan dan ook bijdragen aan het ondersteunen van het Microbioom.